Vietnamees

Uitspraak
  • IPA: /bjen˧˨˧/

Zelfstandig naamwoord

biển

  1. zee, oceaan
    rộng như biển – wijd als de zee
    biển – zeevis
    tàu biển – zeeschip
    vùng biển – territoriale wateren
    nước biển – zeewater
    đường biển – zeeweg
    như muối bỏ biển – als zout uit de zee (als een waterdruppel in de zee)
    xanh nước biển – marineblauw
  2. zee: deel van de oceaan dicht bij de kusten en afgescheiden door eilanden of vasteland
    biển Đông – de Zuid-Chinese Zee
    biển Đen – de Zwarte Zee
  3. zee, massa: een grote hoeveelheid
    chìm trong biển lửa – zich in de vuurzee werpen
    Biển người dự mít tinh chiến lược. – Een hele mensenzee was aanwezig bij de strategisch meeting.
    biển lúa – een zee aan rijstplanten
  4. plakkaat, bord: stuk hout, metaal of ander materiaal waarop geschreven of getekend is, geplaatst waar iedereen het makkelijk kan zien
    biển quảng cáo – reclamebord
    biển chỉ đường – richtingaanwijzer
    mang một cái biển trong cuộc diễu hành – een plakkaat dragen in een optocht
    một cái biển có ghi: " Nhà cho thuê" – een bord met: "Huis te huur"
    biển tín hiệu – een signalisatiebord
    biển quán ăn – plakkaat van een herberg
    biển đăng ký xe – nummerplaat van een voertuig
    biển yết thị – mededelingenbord
  5. wapenschild: rechthoekig, fijn stuk hout met daarin het embleem van een koning gegraveerd
    cờ biển cân đai – het wapenschild van de grote mandarijn
Afgeleide begrippen

biển cá

Verwante begrippen

vũng, sông