biển
- IPA: /bjen˧˨˧/
biển
- zee, oceaan
- rộng như biển – wijd als de zee
- cá biển – zeevis
- tàu biển – zeeschip
- vùng biển – territoriale wateren
- nước biển – zeewater
- đường biển – zeeweg
- như muối bỏ biển – als zout uit de zee (als een waterdruppel in de zee)
- xanh nước biển – marineblauw
- zee: deel van de oceaan dicht bij de kusten en afgescheiden door eilanden of vasteland
- biển Đông – de Zuid-Chinese Zee
- biển Đen – de Zwarte Zee
- zee, massa: een grote hoeveelheid
- chìm trong biển lửa – zich in de vuurzee werpen
- Biển người dự mít tinh chiến lược. – Een hele mensenzee was aanwezig bij de strategisch meeting.
- biển lúa – een zee aan rijstplanten
- plakkaat, bord: stuk hout, metaal of ander materiaal waarop geschreven of getekend is, geplaatst waar iedereen het makkelijk kan zien
- biển quảng cáo – reclamebord
- biển chỉ đường – richtingaanwijzer
- mang một cái biển trong cuộc diễu hành – een plakkaat dragen in een optocht
- một cái biển có ghi: " Nhà cho thuê" – een bord met: "Huis te huur"
- biển tín hiệu – een signalisatiebord
- biển quán ăn – plakkaat van een herberg
- biển đăng ký xe – nummerplaat van een voertuig
- biển yết thị – mededelingenbord
- wapenschild: rechthoekig, fijn stuk hout met daarin het embleem van een koning gegraveerd
- cờ biển cân đai – het wapenschild van de grote mandarijn