plakkaat
- plak·kaat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plakkaat | plakkaten |
verkleinwoord | plakkaatje | plakkaatjes |
- aanplakbiljet, affiche, poster
- (geschiedenis) officiële bekendmaking van de overheid
- de plakkaten van Filips II waren erop gericht het protestantisme met wortel en tak uit te roeien.
- vlek, klodder
- Het woord plakkaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plakkaat" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "plakkaat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ plakkaat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be