beznohý

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /bɛznɔɦiː/

Woordafbreking

• bez·no·hý

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord noha met het voorvoegsel bez- en met het achtervoegsel -ý.

Bijvoeglijk naamwoord

beznohý

1. zonder benen.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bɛznɔɦiː/

Woordafbreking

• bez·no·hý

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord noha met het voorvoegsel bez- en met het achtervoegsel -ý.

Bijvoeglijk naamwoord

beznohý

1. zonder benen.
2. zonder voeten.

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	beznohý		beznohá	beznohé	beznozí	beznohé		beznohá
genitief	beznohého		beznohé	beznohého	beznohých
datief	beznohému		beznohé	beznohému	beznohým
accusatief	beznohého	beznohý	beznohou	beznohé	beznohé			beznohá
vocatief	beznohý		beznohá	beznohé	beznozí	beznohé		beznohá
locatief	beznohém		beznohé	beznohém	beznohých
instrumentalis	beznohým		beznohou	beznohým	beznohými

Verwante begrippen

• bezruký

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)