bewaargever
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bewaargever (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·waar·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bewaar ww en gever zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewaargever | bewaargevers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bewaargever m
- (juridisch) iemand die een roerend goed bij een ander in bewaring geeft
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. persoon die een goed ter bewaring toevertrouwt
Gangbaarheid
- Het woord bewaargever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.