bevochtigen
- Geluid: bevochtigen (hulp, bestand)
- be·voch·ti·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevochtigen |
bevochtigde |
bevochtigd |
zwak -d | volledig |
bevochtigen
- overgankelijk het proces waarbij een vloeistof contact maakt met een oppervlak en er een laagje vocht op dat oppvervlak achterblijft
- ▸ Geoffrey bleef me aanstaren, terwijl hij zijn lippen nog een keer met zijn tong bevochtigde.[1]
1. (iets) een beetje nat maken
- Het woord bevochtigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevochtigen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be