Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • hu·me·de·cer
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
humedecer
humedecía
humedecido
volledig

Werkwoord

humedecer

  1. overgankelijk bevochtigen, nat/vochtig maken

Verwijzingen