bevestiging schutting aan paal
  • be·ves·ti·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord bevestiging bevestigingen
verkleinwoord bevestigingetje bevestigingetjes

de bevestigingv

  1. het bevestigen, het mededelen aan iemand dat iets is zoals gevraagd is of verondersteld wordt
    • Bij deze bevestigen we de vanmiddag gemaakte afspraken. 
  2. het bevestigd zijn, het vastzitten aan iets anders
    • Het hek werd aan de paal bevestigd. 
  3. datgene waarmee of waardoor twee of meer dingen aan elkaar vastzitten
    • Het hek was gevallen nadat de bevestiging was gebroken. 
  4. (psychologie) het zoeken naar goedkeuring van eigen handelen door anderen
     In het begin van mijn tocht voelde het heel onnatuurlijk om op mijn intuïtie te vertrouwen. Ik was telkens op zoek naar bevestiging en te onzeker om helemaal alleen een beslissing te nemen.[2]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. bevestiging op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be