betovergrootmoeder

 
de betovergrootmoeder van prinses Mathilde van België
  • bet·over·groot·moe·der
  • In de betekenis van ‘moeder van iemands overgrootouder’ voor het eerst aangetroffen in 1763 [1]
  • afgeleid van overgrootmoeder met het voorvoegsel bet-[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord betovergrootmoeder betovergrootmoeders
verkleinwoord

de betovergrootmoederv [3]

  1. (familie) moeder van een overgrootouder
    • Het thema van de NRC Fotowedstrijd van deze maand is ‘Familie’. Fotograaf Marieke van der Velden zag ooit familiefoto’s uit de jaren 20 van de vorige eeuw van de Duitse portretfotograaf August Sander en dacht: dat wil ik ook. Het idee voor de serie Dutch Matroesjka’s was geboren. Het werden negen portretten van vijf generaties vrouwen uit één familie, van baby tot betovergrootmoeder.[4]