beseffen
- be·sef·fen
- In de betekenis van ‘goed begrijpen’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
- afgeleid van sap met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beseffen |
besefte |
beseft |
zwak -t | volledig |
beseffen
- overgankelijk het reëel bewust worden van iets, zich realiseren
- Henk besefte dat hij moest lopen toen de laatste trein voor zijn neus wegreed.
- ▸ Opgelucht keek ik achter me en besefte dat een misstap erg gevaarlijk was geweest. Het was raar om te beseffen dat de dood zo dichtbij was.[3]
- zich realiseren
1. het reëel bewust worden van iets
- Het woord beseffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beseffen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "beseffen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ beseffen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
beseffen | besief besoef |
besieven | beseven |
klasse 6
klasse 7 |
volledig |
beseffen
- beseffen
- proeven, smaken, genieten
- «Dyne goetheit hebbic wel beceven.»
- Je goedheid heb ik wel genoten.
- «Dyne goetheit hebbic wel beceven.»
- meemaken, ervaren
- «Dat hi cume in al sijn leven eenege siecheit heeft beseven.»
- Dat hij nauwelijks in zijn hele leven enige ziekte heeft ervaren.
- «Dat hi cume in al sijn leven eenege siecheit heeft beseven.»
- Historisch hoort het werkwoord in de zesde klasse.