beschimmelen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van beschimmelen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | beschimmelen | te beschimmelen | ||||||
toekomend | zullen beschimmelen | te zullen beschimmelen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | zijn beschimmeld | te zijn beschimmeld | ||||||
toekomend | beschimmeld zullen zijn | beschimmeld te zullen zijn | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
beschimmelend | beschimmeld | ev. beschimmel |
mv. verouderd beschimmelt |
beschimmele | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | beschimmel | beschimmelt | beschimmelt | beschimmelt | beschimmelt | beschimmelen | beschimmelen | beschimmelen | |
verleden (o.v.t.) | beschimmelde | beschimmelde | beschimmelde | beschimmelde | beschimmelde | beschimmelden | beschimmelden | beschimmelden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal beschimmelen | zult/zal beschimmelen | zult/zal beschimmelen | zult beschimmelen | zal beschimmelen | zullen beschimmelen | zullen beschimmelen | zullen beschimmelen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beschimmelen | zou beschimmelen | zou(dt) beschimmelen | zoudt beschimmelen | zou beschimmelen | zouden beschimmelen | zouden beschimmelen | zouden beschimmelen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben beschimmeld | bent beschimmeld | bent/is beschimmeld | zijt beschimmeld | is beschimmeld | zijn beschimmeld | zijn beschimmeld | zijn beschimmeld | |
verleden (v.v.t.) | was beschimmeld | was beschimmeld | was beschimmeld | waart beschimmeld | was beschimmeld | waren beschimmeld | waren beschimmeld | waren beschimmeld | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal beschimmeld zijn | zal/zult beschimmeld zijn | zult/zal beschimmeld zijn | zult beschimmeld zijn | zal beschimmeld zijn | zullen beschimmeld zijn | zullen beschimmeld zijn | zullen beschimmeld zijn | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beschimmeld zijn | zou beschimmeld zijn | zou/zoudt beschimmeld zijn | zoudt beschimmeld zijn | zou beschimmeld zijn | zouden beschimmeld zijn | zouden beschimmeld zijn | zouden beschimmeld zijn |