bedrempelen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van bedrempelen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bedrempelen | te bedrempelen | ||||||||
toekomend | zullen bedrempelen | te zullen bedrempelen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben bedrempeld | te hebben bedrempeld | ||||||||
toekomend | bedrempeld zullen hebben | bedrempeld te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
bedrempelend | bedrempeld | ev. bedrempel |
mv. verouderd bedrempelt |
bedrempele | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | bedrempel | bedrempelt | bedrempelt | bedrempelt | bedrempelt | bedrempelen | bedrempelen | bedrempelen | |||
verleden (o.v.t.) | bedrempelde | bedrempelde | bedrempelde | bedrempelde | bedrempelde | bedrempelden | bedrempelden | bedrempelden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bedrempelen | zult/zal bedrempelen | zult/zal bedrempelen | zult bedrempelen | zal bedrempelen | zullen bedrempelen | zullen bedrempelen | zullen bedrempelen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bedrempelen | zou bedrempelen | zou(dt) bedrempelen | zoudt bedrempelen | zou bedrempelen | zouden bedrempelen | zouden bedrempelen | zouden bedrempelen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb bedrempeld | hebt bedrempeld | hebt/heeft bedrempeld | hebt bedrempeld | heeft bedrempeld | hebben bedrempeld | hebben bedrempeld | hebben bedrempeld | |||
verleden (v.v.t.) | had bedrempeld | had bedrempeld | had bedrempeld | hadt bedrempeld | had bedrempeld | hadden bedrempeld | hadden bedrempeld | hadden bedrempeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bedrempeld hebben | zal/zult bedrempeld hebben | zult/zal bedrempeld hebben | zult bedrempeld hebben | zal bedrempeld hebben | zullen bedrempeld hebben | zullen bedrempeld hebben | zullen bedrempeld hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bedrempeld hebben | zou bedrempeld hebben | zou/zoudt bedrempeld hebben | zoudt bedrempeld hebben | zou bedrempeld hebben | zouden bedrempeld hebben | zouden bedrempeld hebben | zouden bedrempeld hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm bedrempeld worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt bedrempeld | er is bedrempeld | |||||||||
verleden | er werd bedrempeld | er was bedrempeld | |||||||||
toekomend | er zal bedrempeld worden | er zal bedrempeld zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou bedrempeld worden | er zou bedrempeld zijn | |||||||||
lijdende vorm bedrempeld worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bedrempeld worden | bedrempeld te worden | ||||||||
toekomend | bedrempeld zullen worden | bedrempeld te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | bedrempeld zijn | bedrempeld te zijn | ||||||||
toekomend | bedrempeld zullen zijn | bedrempeld te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word bedrempeld | wordt bedrempeld | wordt bedrempeld | wordt bedrempeld | wordt bedrempeld | worden bedrempeld | worden bedrempeld | worden bedrempeld | |||
verleden (o.v.t.) | werd bedrempeld | werd bedrempeld | werd bedrempeld | werdt bedrempeld | werd bedrempeld | werden bedrempeld | werden bedrempeld | werden bedrempeld | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bedrempeld worden | zult bedrempeld worden | zult bedrempeld worden | zult bedrempeld worden | zal bedrempeld worden | zullen bedrempeld worden | zullen bedrempeld worden | zullen bedrempeld worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bedrempeld worden | zou bedrempeld worden | zou/zoudt bedrempeld worden | zoudt bedrempeld worden | zou bedrempeld worden | zouden bedrempeld worden | zouden bedrempeld worden | zouden bedrempeld worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben bedrempeld | bent bedrempeld | bent/is bedrempeld | zijt bedrempeld | is bedrempeld | zijn bedrempeld | zijn bedrempeld | zijn bedrempeld | |||
verleden (v.v.t.) | was bedrempeld | was bedrempeld | was bedrempeld | waart bedrempeld | was bedrempeld | waren bedrempeld | waren bedrempeld | waren bedrempeld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bedrempeld zijn | zult bedrempeld zijn | zult bedrempeld zijn | zult bedrempeld zijn | zal bedrempeld zijn | zullen bedrempeld zijn | zullen bedrempeld zijn | zullen bedrempeld zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bedrempeld zijn | zou bedrempeld zijn | zou/zoudt bedrempeld zijn | zoudt bedrempeld zijn | zou bedrempeld zijn | zouden bedrempeld zijn | zouden bedrempeld zijn | zouden bedrempeld zijn |