• ban·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord banner banners
verkleinwoord bannertje bannertjes

de bannerm

  1. (internet) horizontale strook aan de bovenkant van een webpagina's die kan worden gebruikt voor advertenties
     Op plus.nl staat net nu een banner: ontdek de reis van jouw banaan van de plantage in Colombia tot in je winkelmand.[1]
  2. reclame of andere informatie afgedruk op een verticaal gespannen strook van flexibel materiaal
     ‘Welcome home’, staat er op een grote banner bij de entree van het stadion.[2]
  1.   Weblink bron
    Martine Kamsma
    “Klimaatneutrale thee, bestaat dat?” (14 oktober 2019) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Fabian van der Poll
    “Het ingestorte dak schiep ook een band binnen AZ” (13 december 2019) op nrc.nl  


enkelvoud meervoud
banner banners

banner

  1. vaandel, banier
  2. spandoek
  3. (militair) (geschiedenis) vendel, groep soldaten die onder hetzelfde vaandel strijdt
  4. (figuurlijk) leus, leuze
  5. (media) strook bovenaan een voorpagina met de naam van een krant of een strook boven een artikel met een kop boven de eigenlijke titel
  6. (internet) banner horizontale strook aan de bovenkant van een webpagina's die kan worden gebruikt voor advertenties