• bak·vei
Naar frequentie 77302
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bakvei     bakveien     bakveier     bakveiene  
genitief   bakveis     bakveiens     bakveiers     bakveienes  

bakvei, m

  1. (verkeer) achterweg, een weg die leidt naar iets uit de achterkant; een geheime (verborgene) weg
    «Inngangen til trappa blir dessuten brukt som bakvei inn til kinokafeen.»
    De ingang van de trap wordt ook gebruikt als achterweg naar het bioscoopcafé.
  2. (figuurlijk) achterdeur, sluipweg
    «Den andre veien er det såkalt «stille diplomati», politisk og økonomisk påvirkning via bakveier og uten offentlighet. [1]»
    De andere manier is de zogenaamde "stille diplomatie", politieke en economische beïnvloeding via achterdeuren en zonder publiciteit.
  • [2]: gå bakveier
een achterdeur openhouden
een achterdeurtje openhouden
  1. Krant: Aftenposten, 19 jul 2003