bakveg
- bak·veg
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bakveg | bakvegen | bakveger | bakvegene |
genitief | bakvegs | bakvegens | bakvegers | bakvegenes |
bakveg, m
- (verkeer) weg die leidt naar iets uit de achterkant; een geheime (verborgene) weg
- (figuurlijk) achterdeur
- [2]: gå bakveger
zich een achterdeur openhouden
zich een achterdeurtje openhouden
zich een achterdeurtje openhouden
- bak·veg
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bakveg | bakvegen | bakvegar | bakvegane |
bakveg, m
- (verkeer) weg die leidt naar iets uit de achterkant; een geheime (verborgene) weg
- (figuurlijk) achterdeur
- [2]: gå bakvegar
zich een achterdeur openhouden
zich een achterdeurtje openhouden
zich een achterdeurtje openhouden