bakkerij
- bak·ke·rij
- Naamwoord van handeling van bakken met het achtervoegsel -erij
- afgeleid van bakker met het achtervoegsel -ij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakkerij | bakkerijen |
verkleinwoord | bakkerijtje | bakkerijtjes |
de bakkerij v
- (economie) (bedrijf) een werkplaats waar men brood, koek, banket en dergelijke, bakt in een oven, een broodbakkerij
- Ik moet nog even naar de bakkerij.
- plaats waar gebakken wordt
- bakkerij-patisserie, bakkerijbedrijf, bakkerijhulpmiddelen, bakkerijingrediënt, bakkerijmachine, bakkerijoven, bakkerijproduct, bakkerijspeciaalzaak
een werkplaats waar men brood, koek, banket en dergelijke, bakt
- Het woord bakkerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakkerij" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be