bakkerij-patisserie
- bak·ke·rij-pa·tis·se·rie
- samenstelling van bakkerij zn en patisserie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakkerij-patisserie | bakkerij-patisserieën bakkerijen-patisserieën |
verkleinwoord |
de bakkerij-patisserie v
- (economie) banketbakkerij waar men suikerwaren, gebak en brood maakt en verkoopt
- Het woord bakkerij-patisserie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.