atestační

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /atɛstatʃɲiː/

Woordafbreking

• ate·s·tač·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord atestace met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

atestační

1. attestatie-; met betrekking tot attestatie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	atestační				atestační
genitief	atestačního		atestační	atestačního	atestačních
datief	atestačnímu		atestační	atestačnímu	atestačním
accusatief	atestačního	atestační			atestační
vocatief	atestační				atestační
locatief	atestačním		atestační	atestačním	atestačních
instrumentalis	atestačním		atestační	atestačním	atestačními

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)