attestatie
- Geluid: attestatie (hulp, bestand)
- at·tes·ta·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘formele getuigenverklaring’ voor het eerst aangetroffen in 1537 [1]
- Naamwoord van handeling van attesteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | attestatie | attestaties |
verkleinwoord | - | - |
- (juridisch) schriftelijke verklaring, getuigschrift
- ▸ Afgifte van een attestatie kan alleen plaatshebben indien het lid van de gemeente verklaart zich te zullen aansluiten bij een andere Gereformeerde Gemeente353 of bij een gemeente van een kerkverband waarmede kerkelijke correspondentie wordt onderhouden.[4]
- (taalkunde) het opduiken van een bepaald woord in een corpus [2]
- ▸ De eerste attestatie in EWN met de datering "ca. 1605" moet geschrapt worden.[5]
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord attestatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "attestatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ attestatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “3.14. De attestaties”, kerkrecht.nl
- ↑ “COMMIESBROOD - (SOLDATENBROOD)”, etymologiebank.nl