asemen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van asemen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | asemen | te asemen | ||||||
toekomend | zullen asemen | te zullen asemen | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geasemd | te hebben geasemd | ||||||
toekomend | geasemd zullen hebben | geasemd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
asemend | geasemd | ev. asem |
mv. verouderd asemt |
aseme | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | asem | asemt | asemt | asemt | asemt | asemen | asemen | asemen | |
verleden (o.v.t.) | asemde | asemde | asemde | asemde | asemde | asemden | asemden | asemden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal asemen | zult/zal asemen | zult/zal asemen | zult asemen | zal asemen | zullen asemen | zullen asemen | zullen asemen | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou asemen | zou asemen | zou(dt) asemen | zoudt asemen | zou asemen | zouden asemen | zouden asemen | zouden asemen | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geasemd | hebt geasemd | hebt/heeft geasemd | hebt geasemd | heeft geasemd | hebben geasemd | hebben geasemd | hebben geasemd | |
verleden (v.v.t.) | had geasemd | had geasemd | had geasemd | hadt geasemd | had geasemd | hadden geasemd | hadden geasemd | hadden geasemd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geasemd hebben | zal/zult geasemd hebben | zult/zal geasemd hebben | zult geasemd hebben | zal geasemd hebben | zullen geasemd hebben | zullen geasemd hebben | zullen geasemd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geasemd hebben | zou geasemd hebben | zou/zoudt geasemd hebben | zoudt geasemd hebben | zou geasemd hebben | zouden geasemd hebben | zouden geasemd hebben | zouden geasemd hebben |