armpjedrukken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van armpjedrukken | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | armpjedrukken | te armpjedrukken | ||||||
toekomend | zullen armpjedrukken | te zullen armpjedrukken | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gearmpjedrukt | te hebben gearmpjedrukt | ||||||
toekomend | gearmpjedrukt zullen hebben | gearmpjedrukt te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
armpjedrukkend | gearmpjedrukt | ev. armpjedruk |
mv. verouderd armpjedrukt |
armpjedrukke | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | armpjedruk | armpjedrukt | armpjedrukt | armpjedrukt | armpjedrukt | armpjedrukken | armpjedrukken | armpjedrukken | |
verleden (o.v.t.) | armpjedrukte | armpjedrukte | armpjedrukte | armpjedrukte | armpjedrukte | armpjedrukten | armpjedrukten | armpjedrukten | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal armpjedrukken | zult/zal armpjedrukken | zult/zal armpjedrukken | zult armpjedrukken | zal armpjedrukken | zullen armpjedrukken | zullen armpjedrukken | zullen armpjedrukken | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou armpjedrukken | zou armpjedrukken | zou(dt) armpjedrukken | zoudt armpjedrukken | zou armpjedrukken | zouden armpjedrukken | zouden armpjedrukken | zouden armpjedrukken | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gearmpjedrukt | hebt gearmpjedrukt | hebt/heeft gearmpjedrukt | hebt gearmpjedrukt | heeft gearmpjedrukt | hebben gearmpjedrukt | hebben gearmpjedrukt | hebben gearmpjedrukt | |
verleden (v.v.t.) | had gearmpjedrukt | had gearmpjedrukt | had gearmpjedrukt | hadt gearmpjedrukt | had gearmpjedrukt | hadden gearmpjedrukt | hadden gearmpjedrukt | hadden gearmpjedrukt | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gearmpjedrukt hebben | zal/zult gearmpjedrukt hebben | zult/zal gearmpjedrukt hebben | zult gearmpjedrukt hebben | zal gearmpjedrukt hebben | zullen gearmpjedrukt hebben | zullen gearmpjedrukt hebben | zullen gearmpjedrukt hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gearmpjedrukt hebben | zou gearmpjedrukt hebben | zou/zoudt gearmpjedrukt hebben | zoudt gearmpjedrukt hebben | zou gearmpjedrukt hebben | zouden gearmpjedrukt hebben | zouden gearmpjedrukt hebben | zouden gearmpjedrukt hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gearmpjedrukt worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gearmpjedrukt | er is gearmpjedrukt | |||||||
verleden | er werd gearmpjedrukt | er was gearmpjedrukt | |||||||
toekomend | er zal gearmpjedrukt worden | er zal gearmpjedrukt zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gearmpjedrukt worden | er zou gearmpjedrukt zijn |