apenkooien/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van apenkooien | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | apenkooien | te apenkooien | ||||||
toekomend | zullen apenkooien | te zullen apenkooien | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geapenkooid | te hebben geapenkooid | ||||||
toekomend | geapenkooid zullen hebben | geapenkooid te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
apenkooiend | geapenkooid | ev. apenkooi |
mv. verouderd apenkooit |
apenkooie | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | apenkooi | apenkooit | apenkooit | apenkooit | apenkooit | apenkooien | apenkooien | apenkooien | |
verleden (o.v.t.) | apenkooide | apenkooide | apenkooide | apenkooide | apenkooide | apenkooiden | apenkooiden | apenkooiden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal apenkooien | zult/zal apenkooien | zult/zal apenkooien | zult apenkooien | zal apenkooien | zullen apenkooien | zullen apenkooien | zullen apenkooien | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou apenkooien | zou apenkooien | zou(dt) apenkooien | zoudt apenkooien | zou apenkooien | zouden apenkooien | zouden apenkooien | zouden apenkooien | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geapenkooid | hebt geapenkooid | hebt/heeft geapenkooid | hebt geapenkooid | heeft geapenkooid | hebben geapenkooid | hebben geapenkooid | hebben geapenkooid | |
verleden (v.v.t.) | had geapenkooid | had geapenkooid | had geapenkooid | hadt geapenkooid | had geapenkooid | hadden geapenkooid | hadden geapenkooid | hadden geapenkooid | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geapenkooid hebben | zal/zult geapenkooid hebben | zult/zal geapenkooid hebben | zult geapenkooid hebben | zal geapenkooid hebben | zullen geapenkooid hebben | zullen geapenkooid hebben | zullen geapenkooid hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geapenkooid hebben | zou geapenkooid hebben | zou/zoudt geapenkooid hebben | zoudt geapenkooid hebben | zou geapenkooid hebben | zouden geapenkooid hebben | zouden geapenkooid hebben | zouden geapenkooid hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm geapenkooid worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt geapenkooid | er is geapenkooid | |||||||
verleden | er werd geapenkooid | er was geapenkooid | |||||||
toekomend | er zal geapenkooid worden | er zal geapenkooid zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou geapenkooid worden | er zou geapenkooid zijn |