antisterilní

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /antɪstɛrɪlɲiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord sterilní met het voorvoegsel anti-

Bijvoeglijk naamwoord

antisterilní

1. werkend tegen onvruchtbaarheid

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	antisterilní				antisterilní
genitief	antisterilního		antisterilní	antisterilního	antisterilních
datief	antisterilnímu		antisterilní	antisterilnímu	antisterilním
accusatief	antisterilního	antisterilní			antisterilní
vocatief	antisterilní				antisterilní
locatief	antisterilním		antisterilní	antisterilním	antisterilních
instrumentalis	antisterilním		antisterilní	antisterilním	antisterilními

Verwijzingen

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)