anonimiseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van anonimiseren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | anonimiseren | te anonimiseren | ||||||
toekomend | zullen anonimiseren | te zullen anonimiseren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geanonimiseerd | te hebben geanonimiseerd | ||||||
toekomend | geanonimiseerd zullen hebben | geanonimiseerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
anonimiserend | geanonimiseerd | ev. anonimiseer |
mv. verouderd anonimiseert |
anonimisere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | anonimiseer | anonimiseert | anonimiseert | anonimiseert | anonimiseert | anonimiseren | anonimiseren | anonimiseren | |
verleden (o.v.t.) | anonimiseerde | anonimiseerde | anonimiseerde | anonimiseerde | anonimiseerde | anonimiseerden | anonimiseerden | anonimiseerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal anonimiseren | zult/zal anonimiseren | zult/zal anonimiseren | zult anonimiseren | zal anonimiseren | zullen anonimiseren | zullen anonimiseren | zullen anonimiseren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou anonimiseren | zou anonimiseren | zou(dt) anonimiseren | zoudt anonimiseren | zou anonimiseren | zouden anonimiseren | zouden anonimiseren | zouden anonimiseren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geanonimiseerd | hebt geanonimiseerd | hebt/heeft geanonimiseerd | hebt geanonimiseerd | heeft geanonimiseerd | hebben geanonimiseerd | hebben geanonimiseerd | hebben geanonimiseerd | |
verleden (v.v.t.) | had geanonimiseerd | had geanonimiseerd | had geanonimiseerd | hadt geanonimiseerd | had geanonimiseerd | hadden geanonimiseerd | hadden geanonimiseerd | hadden geanonimiseerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geanonimiseerd hebben | zal/zult geanonimiseerd hebben | zult/zal geanonimiseerd hebben | zult geanonimiseerd hebben | zal geanonimiseerd hebben | zullen geanonimiseerd hebben | zullen geanonimiseerd hebben | zullen geanonimiseerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geanonimiseerd hebben | zou geanonimiseerd hebben | zou/zoudt geanonimiseerd hebben | zoudt geanonimiseerd hebben | zou geanonimiseerd hebben | zouden geanonimiseerd hebben | zouden geanonimiseerd hebben | zouden geanonimiseerd hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm geanonimiseerd worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt geanonimiseerd | er is geanonimiseerd | |||||||
verleden | er werd geanonimiseerd | er was geanonimiseerd | |||||||
toekomend | er zal geanonimiseerd worden | er zal geanonimiseerd zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou geanonimiseerd worden | er zou geanonimiseerd zijn |