anemochorní

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /anɛmɔxɔrɲiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord anemochorie met het achtervoegsel -ní

Bijvoeglijk naamwoord

anemochorní

1. (plantkunde) met betrekking tot anemochorie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	anemochorní				anemochorní
genitief	anemochorního		anemochorní	anemochorního	anemochorních
datief	anemochornímu		anemochorní	anemochornímu	anemochorním
accusatief	anemochorního	anemochorní			anemochorní
vocatief	anemochorní				anemochorní
locatief	anemochorním		anemochorní	anemochorním	anemochorních
instrumentalis	anemochorním		anemochorní	anemochorním	anemochorními

Verwijzingen

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)