• am·nes·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘generaal pardon’ voor het eerst aangetroffen in 1610 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord amnestie amnestieën
verkleinwoord - -

de amnestiev

  1. (juridisch) een verklaring dat afgezien zal worden van strafvervolging voor een bepaalde groep
    • De levenslang veroordeelde misdadiger hoopte nog steeds op het krijgen van amnestie. 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]


amnestie v

  1. (juridisch) amnestie