Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·vor·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord alvor met het achtervoegsel -lig
Naar frequentie 858
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud alvorlig alvorligere alvorligst
o enkelvoud alvorlig
meervoud alvorlige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
alvorlige alvorligere alvorligste

Bijvoeglijk naamwoord

alvorlig

  1. eerlijk, oprecht, serieus
  2. ernstig, groot, zwaarwegend
  3. gevaarlijk, hard, noodlottig, zorgelijk
  4. plechtig, somber, streng
Synoniemen

Bijwoord

alvorlig

  1. ernstig
Opmerkingen