alleraardigst
- Geluid: alleráárdigst (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑlərˈardəxst / (4 lettergrepen)
- Geluid: álleraardigst (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑlərˌardəxst / (4 lettergrepen)
- al·ler·aar·digst
- intensiverende samenstelling van aller en aardigst [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | alleraardigst | ||
verbogen | alleraardigste |
alleráárdigst
- heel leuk of aantrekkelijk op een gemoedelijke manier
- Zij woonden in een alleraardigst huisje met schilderachtig uitzicht.
- ▸ Hebt u Alan ontmoet? Alleraardigste man, nietwaar? Met wie van de twee praatte u liever?' 'Goed beschouwd zou ik zeggen: met Alan.[2]
álleraardigst
- zo aardig dat nog aardiger niet denkbaar is, een benadrukking van de overtreffende trap van aardig
- Zij kon het goed vinden met al haar klasgenootjes, maar haar buurjongetje vond zij toch het alleraardigst.
- Het woord alleraardigst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ alleraardigst op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff , ISBN 902451990X