• aki
enkelvoud meervoud
naamwoord aki aki's
verkleinwoord - -

de akiv / m

  1. (bloemplanten) bepaald soort tot 25 m hoge, groenblijvende boom, Blighia sapida   met een korte, tot 1,8 m brede stam, een grijze, bijna gladde schors en een brede, dichte kroon
  2. (spoorwegen) (historisch) (Nederland) beveiliging voor overwegen met rode lichten die als waarschuwing gaan knipperen als een trein nadert
    Deze simpele beveiliging zonder slagbomen werd van 1936 tot 2007 gebruikt op spoorwegovergangen met weinig verkeer.
17 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[1]

[2] Aki (knipperlichtinstallatie)  

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


aki

  1. wie, die