Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • ag·er·ande
  • a·ge·ran·de
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 12368
stellend vergrotend overtreffend
agerande
-
-

Bijvoeglijk naamwoord

agerande

  1. agerend
Verbuiging
  • Geen verbuiging
Synoniemen
Hyponiemen

Werkwoord

agerande

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van agera
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   agerande     agerandet     ageranden     agerandena  
genitief   agerandes     agerandets     agerandens     agerandenas  

Zelfstandig naamwoord

agerande, o

  1. actie, gedrag, handeling, handelwijze
    «FN:s generalförsamling svarade med att än en gång sätta sig emot USA:s agerande
    De Algemene Vergadering van de VN reageerde opnieuw met een afwijzing van de Amerikaanse actie.
Synoniemen