• en·sam·ag·er·ande
  • en·sam·a·ge·ran·de
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
ensamagerande
-
-

ensamagerande

  1. alleen werkend, handelend op eigen initiatief
    «Ett ytterligare potentiellt hot mot Sverige är ensamagerande gärningsmän.»
    Een andere potentiële bedreiging voor Zweden zijn alleen werkende daders.
  • Geen verbuiging
  • ensamagerande gärningsmän
alleen werkende daders
  • ensamagerande individer
alleen handelnde individuen
  • ensamagerande terrorister
alleen agerende terrorister