• ag·er·andena
  • a·ge·ran·de·na
  • Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie zeldzaam

agerandena

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van agerande
    «Hon kritiserar även den finländska statens ovilja att ta itu med och ifrågasätta agerandena i länder, där existensen av mänskliga rättigheter kan kritiseras.»
    Ze bekritiseert ook de onwil van de Finse staat om de acties van landen waar het bestaan van mensenrechten kan worden bekritiseerd, aan te pakken en in vraag te stellen.