• ag·er·andes
  • a·ge·ran·des
  • Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie zeldzaam

agerandes

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van agerande
    «Majoriteten av alla problem beror på hur lokala tjänstemän hanterar dem, ofta omedvetna om sitt eget agerandes betydelse.»
    De meeste problemen hangen af ​​van de manier waarop lokale functionarissen hiermee omgaan, vaak niet op de hoogte van het belang van hun eigen actie.