• ag·er·andet
  • a·ge·ran·det
  • Zweedse zelfstandig-naamwoordsvorm met het achtervoegsel -ande
Naar frequentie 8348

agerandet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van agerande
    «Vad som kritiseras är det arroganta och amatörmässiga agerandet i Dubai.»
    Wat wordt bekritiseerd is het arrogante en amateuristische gedrag in Dubai.