agaragar
- agar·agar
- van Indonesisch agar-agar, reduplicatie van agar, in de betekenis van ‘gedroogd zeewier, de gelatine daaruit gemaakt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1765 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agaragar | - |
verkleinwoord | - | - |
- (plantkunde) gedroogd zeewier
- (voeding) smaak- en reukloze gelatine, bestaand uit onvertakte polysacharide die uit de celwanden van sommige soorten roodwieren gewonnen wordt en als verdikkingsmiddel wordt toegepast
- [1] roodwier
- [2] carrageen
- [2] gelatine
- [2] polysacharide
- [2] verdikkingsmiddel
2. smaak- en reukloze gelatine
- Het woord agaragar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "agaragar" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ agaragar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "agaragar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be