Niet te verwarren met: Adonis
 
[3] adonis
  • ado·nis
enkelvoud meervoud
naamwoord adonis adonissen
verkleinwoord

de adonism

  1. schone jongeling
    • We zien een donkere schilder verleidelijk naar zijn Chinese klant kijken. Zij lijkt, terwijl ze de was doet, in te gaan op zijn avances. Maar - plottwist - als ze op het punt staan zich over te geven aan hun vleselijke verlangens, stopt de vrouw een blokje wasmiddel in zijn mond en stopt hem hardhandig in de wasmachine. Als de was klaar is, is de donkere schilder opeens een Chinese adonis geworden, die getuige zijn knipoog geen wrok koestert voor de behandeling die hem zojuist ten deel is gevallen. [3] 
  2. (pejoratief) pronker
  3. (bloemplanten) een geslacht Adonis   van overblijvende planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae  ), verspreid over Europa en de gematigde streken van Azië
90 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]