Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: adagium
adagio uit:
Grieg, E.
Pianoconcert in A mineur, Op. 16
  • ada·gio
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘bijwoord: bedaard’ voor het eerst aangetroffen in 1772 [1]
  • van Italiaans adagio [2]

adagio

  1. (muziek) in een rustig tempo gespeeld, ongeveer 66 tot 76 tellen per minuut
    • Heeft een danser een goede technische uitleg waarom er adagio gedanst wordt waar Tsjaikovski moderato heeft voorgeschreven dan kan ik daar begrip voor opbrengen. [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord adagio adagio's
verkleinwoord - -

het adagioo

  1. (muziek) bedaard klinkend stuk klassieke muziek
    • Ik zet het album op de standaard en blader tot ik het adagio gevonden heb. [4]
80 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]


adagio

  1. rustig, langzaam

adagio m

  1. (muziek) adagio, bedaard klinkend stuk klassieke muziek
  2. adagium, stelregel, spreuk