aardwolf
- aard·wolf
- Leenwoord uit het Afrikaans, in de betekenis van ‘hyena-achtige’ voor het eerst aangetroffen in 1882 [1]
- samenstelling van aard zn en wolf zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardwolf | aardwolven |
verkleinwoord | aardwolfje | aardwolfjes |
de aardwolf m
- (roofdieren) Proteles cristatus , een lid van de familie der hyena's
- (knaagdieren) woelmuis
1. Proteles cristatus, een lid van de familie der hyenas
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord aardwolf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.