aanvechten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvechten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɛxtə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vech·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en vechten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanvechten |
vocht aan |
aangevochten |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
aanvechten
- overgankelijk betwisten
- Hij vocht het oordeel aan bij de rechter.
- De student vocht de onvoldoende die hij gekregen had aan bij de examencommissie.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanvechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvechten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be