aanvechtbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvechtbaar (hulp, bestand)
- IPA: / aɱˈvɛx(t)bar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vecht·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanvechten met het achtervoegsel -baar.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanvechtbaar | aanvechtbaarder | aanvechtbaarst |
verbogen | aanvechtbare | aanvechtbaardere | aanvechtbaarste |
partitief | aanvechtbaars | aanvechtbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanvechtbaar
- betwistbaar.
- Dat is zeker een aanvechtbare stelling.
Gangbaarheid
- Het woord aanvechtbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvechtbaar" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be