aanvechting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvechting (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɛxtɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vech·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanvechten met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvechting | aanvechtingen |
verkleinwoord | aanvechtinkje | aanvechtinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de aanvechting v
- sterke neiging, verleiding
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanvechting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvechting" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be