aanvaller
- aan·val·ler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvaller | aanvallers |
verkleinwoord | aanvallertje | aanvallertjes |
de aanvaller m
- iemand of iets die aanvalt
- (sport) een persoon in de voorste linie
- De aanvaller is vaak de speler die de meeste doelpunten maakt.
1. iemand die aanvalt
2. een persoon in de voorste linie
- Het woord aanvaller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvaller" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Victoria Holt“Burcht der verschrikking” (1966), Saga, ISBN 9788726484878
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
aanvaller