aanvallen
- aan·val·len
- samenstelling van aan vz en vallen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanvallen /'an.vɑ.lə(n)/ |
viel aan /vil 'an/ |
aangevallen /'an.ɣə.vɑ.lə(n)/ |
klasse 7 | volledig |
aanvallen
- overgankelijk aangrijpen
- overgankelijk het initiatief nemen in het gevecht, aantasten
- In mei 1940 werden de Lage Landen aangevallen.
- ~ op: kritiek geven op
- Hij viel de minister aan op zijn geldverslindende beleid.
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
de aanvallen mv
- Het woord aanvallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvallen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be