• aan·een·scha·ke·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord aaneenschakeling aaneenschakelingen
verkleinwoord aaneenschakelingetje aaneenschakelingetjes

de aaneenschakelingv

  1. het aaneenschakelen
    • Door de aaneenschakeling zonnecellen in meerdere modules kan deze elektriciteit nuttig gebruikt worden in de woning. 
  2. ononderbroken reeks
     Mijn jeugd is slechts een aaneenschakeling van beelden, geluiden en geuren.[1]
     Een aaneenschakeling van voorvallen leidde naar wat er volgde.[2]
  1. “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff  , ISBN 9789021042503
  2. Victoria Holt
    “In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885