Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Tranendal
  • tra·nen·dal
enkelvoud meervoud
naamwoord tranendal tranendalen
verkleinwoord - -

het tranendalo

  1. plek van enorm verdriet, in christelijke opvatting: het aardse bestaan in tegenstelling tot het hemelse
  2. alle verdriet en smart gevoeld in het leven
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]