aandikken
- aan·dik·ken
- denominatief van de samenstelling van aan vz en dik bn met het achtervoegsel -en van een (werkwoord)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aandikken |
dikte aan |
aangedikt |
zwak -t | volledig |
aandikken [1]
- dikker worden
- overgankelijk (iets) dikker maken
- overgankelijk (iets) overdrijven
- [3] chargeren, overdrijven
1. dikker worden
2. dikker maken
- Het woord aandikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aandikken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be