• Afkomstig van de Oudengelse thicce.
  • Samenstelling van  thick bn  met het achtervoegsel -en
vervoeging
onbepaalde wijs to  thicken 
he/she/it  thickens 
verleden tijd  thickened 
voltooid
deelwoord
 thickened 
onvoltooid
deelwoord
 thickening 
gebiedende wijs  thicken 

thicken

  1. overgankelijk indikken, dikker maken
    «Thicken the mixture with flour.»
    Dik het mengsel met bloem in.
  2. onovergankelijk dikker worden