De aanbidding der Wijzen
door Albrecht Dürer
  • aan·bid·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord aanbidding aanbiddingen
verkleinwoord aanbiddinkje aanbiddinkjes

de aanbiddingv

  1. (religie) een verering, een eerbiedvolle bewondering, adoratie
     In alle tijdperken voor het onze heerste de overtuiging dat ons leven voor minstens de helft werd bepaald door goden of geesten, die door middel van gebeden en offers konden worden beïnvloed en die complexe vormen van aanbidding en onderwerping verlangden.[2]
94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
naamwoord aanbidding -

aanbidding

  1. aanbidding