verering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ering
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verering vereringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

verering v

  1. het vereren
  2. het aanroepen van en bewijzen van eer aan de heiligen
     Bari, een machtige havenstad, riep hem al gauw uit tot 'redder op zee'. En de Noormannen, die Bari in bezit hadden, brachten hun verering voor de 'schutspatroon aller zeelieden' over naar Noord-Europa.[1]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), , p. 10
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be