De ligging van Zeebrugge in België
Luchtfoto met daarop de plaats en zeehaven Zeebrugge.
demoniem
inwoner Zeebruggenaar, Zeebruggeling[1]
vrouwelijke inwoner Zeebrugse
bijvoeglijk Zeebrugs
  • Zee·brug·ge
  • samenstelling van  zee zn  en  Brugge en , voor het eerst gebruikt in een wet van 14 september 1899 waarin sprake is van een op te richten vissershaven "au port de Zeebrugge" [2]
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Zeebrugge Zeebrugges -
verkleinwoord - - -

Zeebrugge o

  1. (toponiem) dorp en deelgemeente van Brugge in de provincie West-Vlaanderen
    • Zij en haar man verbleven graag in kustplaatsen als Westkapelle, Damme, Zeebrugge en Dudzele, waar zij 's zomers een huis huurden. [3]
  2. (scheepvaart) grote zeehaven ten noorden van de stad Brugge
    • De verschillende havens (Antwerpen, Rotterdam, Vlissingen, Zeebrugge en Gent) werken niet samen, maar concurreren met elkaar. [4]