Nederlander
  • Ne·der·lan·der
enkelvoud meervoud
naamwoord Nederlander Nederlanders
verkleinwoord Nederlandertje Nederlandertjes

de Nederlanderm

  1. (demoniem) een inwoner van Nederland of persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit
  2. (geschiedenis) (demoniem) een inwoner van de zeventien Nederlanden van weleer
    • Beroemde componisten van de Renaissance, zoals Josquin en Ockeghem worden soms Nederlanders genoemd omdat zij uit de Bourgondische Nederlanden kwamen, meest uit het graafschap Vlaanderen of het hertogdom Brabant. 

Heel wat Nederlanders.